zondag 30 december 2012

Te huur

Vandaag heb ik twee bloemenfoto's die al een eeuwigheid scheef boven de bank hingen weggehaald en vervangen door 10 kleine vogelhuisjes. Ik ben er blij mee, en ze zijn zo weer weg als ik dat niet meer ben.

Meesjes
Al passend en metend bedacht ik dat ik nog wat vogeltjes had liggen. In een doosje waar er ooit vijf in zaten. Ze lijken een beetje op koolmeesjes, en dat was precies waarom ik ze had gekocht.

Jaren geleden kocht ik voor mijn vader een vogelhuisje voor op balkon. Hij keek altijd al naar de meesjes in de pindaslinger, dus dit leek me extra leuk. En het kadootje werd inderdaad zeer gewaardeerd. Mijn vader had inmiddels zwaar longfybrose en kon eigenlijk haast niets anders meer dan vanaf de bank het balkon en de straat op kijken.
Mijn vader timmerde het huisje aan de juiste wand op balkon en wachtte af. Er kwamen best veel kijkers, maar niemand ging echt overstag. Het leek zowaar wel een voorbode van de huidige situatie op de woningmarkt. En we hebben het hier over een jaar of 6, 7 geleden!
Elke keer als ik belde, kreeg ik de verhalen over welk stelletje of welk single mannetje nu weer was komen kijken, maar niet was ingetrokken. Het hele broedseizoen bleef het huisje leeg. Zelfs nadat mijn vader het gemeubileerd had met watjes en wat hooi.


Te huur
Het voorjaar erop had mijn vader een idee. Hij maakt een bordje met Te Huur en bevestigde dat aan het huisje.(Ik vind het nog altijd jammer dat ik er geen foto van heb gemaakt.) Binnen enkele dagen meldde zich een mannetje. Hij keek wat rond, smeet het intussen ververste wattenlaagje met verve uit het huisje, verschikte wat aan het hooi en ging zijn vrouw halen. Hoe toch zo'n beauty van een huisje leeg kon staan! Ze zagen dat het goed was en waren het eens met de huurprijs. Een deal voor meerdere jaren was gesloten.
Mijn vader hield elke dag bij hoe laat wie thuiskwam en wat er allemaal gebeurde. Een ruzie voor de deur, een poging tot vreemgaan, eitjes! En kleintjes die moedig uitvlogen.  Als het seizoen over was, en mijn vader het huisje schoonpoetste voor de volgende huurperiode, was hij nog dagen verdrietig. Weg vertier.


Neppers
Mijn vader was geen zachtaardige man, gemiddeld. Daarom ontroerde zijn liefde voor de meesjes me altijd des te meer. Ik heb hem toen hij in het ziekenhuis lag dan ook zo'n geel nepmeesje gegeven. Daar moest hij om huilen. Maar ook om lachen. Dat meesje heb ik later vastgebonden aan het boompje dat ik bij het urnengrafje had geplant. Op een gegeven moment was het helemaal kapotgeregend en verkleurd en heb ik het vervangen door een nieuw meesje. En dat nog een keer. Ik had intussen dus nog twee meesjes over. Daar moest ik ineens aan denken, en ik ben ze direct in en op de huisjes aan mijn muur gaan vastmaken.
Ik realiseer me nu het klaar is pas dat het zo een soort eerbetoontje aan de zachte kant van mijn vader is geworden.

zaterdag 22 december 2012

Streetwise flex wijf

Ik slenter nogal vaak over straat. Omdat ik het leuk vind om te kijken wat er allemaal te koop is, wat de nieuwste rage is, wat voor stomme dingen er allemaal zijn en wat voor leuke. Ik zou zomaar een paar dagen per week personal shopper voor iemand willen zijn. Want ik zie altijd overal voorwerpen of kleding waarvan ik denk ideaaaal voor .....
 

Maar ik dwaal af. Toen ik zonet naar de wolwinkel was geweest, liep ik terug naar mijn fiets. Die zet ik altijd daar in de buurt in een soort onderdoorgang die volgens mij naar de parkeergarage op de Springweg leidt. Die onderdoorgang is een raar donker hol, maar de enige plek om je fiets op zaterdag kwijt te kunnen. En ik kan wel wat hebben met mijn wilde nachtlevenverleden.

Tegen mijn fiets stond een figuur geleund. Ik zag weinig, want ik kwam uit het licht de duisternis in, maar zelfs dichtbij bleef het 'een figuur'. Het bleek een jongen, helemaal diep in een jas weggedoken, met een enorme capuchonkraag met - ik hoop voor hem en mij nep - bontkraag. Ik zag alleen een gloeiend puntje. Op de geur afgaande het puntje van een joint.
Ik vind de geur van een verse joint, afhankelijk van wat erin zit, soms best lekker. En ook nu was dat het geval. 'Mmm, lekker joh!," zei ik eigenlijk zonder erg tegen het gloeiende puntje. Dat vervolgens in plaats van tegen, naast mijn fiets ging staan. Ik hing intussen mijn tas aan mijn stuur.
"Oh, heb je d'r last van?" klonk het wat verdedigend uit de capuchon waarin zich kennelijk een gezicht bevond, aan het gloeiende puntje vast.
"Nee, ik vind het lekker ruiken."

"Maar het is een joint mevrouw."
"Ja, weet ik ook wel, duh!"
De capuchon ging een stuk naar achteren. Een jong maar getekend, donker gezicht kwam langzaam tevoorschijn.
"Ja dus ik ben een loser, weet je."

"Oh, is dat zo? Omdat je blowt?"
"Ja. Ik moet dat niet doen, weet je."
"Maar je kan niet stoppen?"
"Is moeilijk, weet je. Ik wil graag, maar het lukt niet. Blow jij?"
"Nee, vroeger wel, maar op een gegeven moment vond ik er niks meer aan. Ging helemaal vanzelf."
 

(Ik heb werkelijk heel weinig geblowd, want ik vond het lekkerder ruiken dan smaken en ik vind stoned zijn geen kont aan, maar dat leek me niks aan om te zeggen ;-)

"Echt? Zomaar? Dat je ineens denkt ik heb het niet meer nodig, ik vind het niet meer lekker?"
"Echt. Niet zeggen 1 januari stop ik, of na Pasen, of kan mij het schelen, gewoon laten gebeuren. Gebruik je nog andere zooi?"
"Nee man, blowen is al ziek zat. Duur man."
"Joh, als je het nou daarbij houdt, en op een gegeven moment ben je ook klaar met dan blowen, dan heb je toch nog een heel lang en schoon leven voor je?"

De capuchon was intussen helemaal op de rug geschoven. Een blinkende tand straalde me tegemoet.

"Wow, vet gesprek man, eh... chickie." En een lachsalvo waar ik helemaal vrolijk van werd.
"Nou  het is even geleden dat ik nog chickie werd genoemd. Dat geeft mij ook weer hoop."
Nog harder gelach. En een klapje op mijn schouder.
"Wil je een trekkie? Mag hoor, alleen flexe wijven, hè."

"Duh!"
Intussen was de figuur getransformeerd in een leuke gast met een lach om van te houden. Totaal gesmolten. En ik ook. We keken even gewoon naar elkaar. Geheel op ons gemak. Tot ik toch maar mijn fiets richting gracht begon te draaien.
"Hé, vet 13 hè," porde hij me toe.
"Jij ook man, jij ook. Een retevet 13!"

Wat hou ik van dit soort ontmoetinkjes. 

zaterdag 1 december 2012

De Waaromfase

Van kinderen wordt alom geaccepteerd dat ze een waaromfase hebben, maar ik ben er op mijn oude dag ook weer in teruggevallen. Meerdere keren per dag hoor ik mezelf denken waarom!? Voorbeelden? Te over. Ik zal ze voor eenieders welbevinden niet in 1 blog proppen. Hierbij deel 1.
  • Waarom zetten mensen met een standaard aan hun fiets deze stándaard 3 klemmen breed voor de klemmen? Zet hem er dan náást. Idem voor scooters (5 klemmen breed).
  • Waarom kijken mensen geveinsd oplettend achterom om vervolgens de klapdeur in je gezicht te laten eh...klappen?
  • Waarom gaan mensen midden op het fietspad lopen als het trottoir zowat nog breder is? En je dan woest aankijken als je TINGELING roept? (Na enkele laffe diefstallen ben ik mijn eigen bel). 
  • Waarom kómt ineens alles? Klinkt raar? Let er maar eens op. Deze geruisloze grasmaaier komt met gratis gepersonaliseerde oordoppen. En deze komen in drie kleuren. Geen gehoor! Gewoon uit het Amerikaans. Letterlijk. Lelijk. 
  • Waarom laten mensen de tonen onder hun telefoontoetsen aan staan? Zodat je als trein-of busbuur horendol wordt van al die piepjes en bliepjes, terwijl sms zo'n geruisloos medium kan zijn.
    Laatst kon ik me niet meer bedwingen. Ik zei op behoorlijk ingehouden toon dat je de bliepjes ook kan uitzetten. "Ja dat weet ik," was het vriendelijke antwoord, "maar dan weet ik niet wat ik sms." "Oh ok," zeg je dan. En je voelt je nog betrapt ook. En verbijsterd over hoe je je dat nou nooit hebt kunnen realiseren.* Tot je je bij het uitstappen afvraagt hoe ze dat doet met de antwoorden. Snapt ze dan niks van zonder bliepjes...  
  • Waarom zitten babyverschooninstallaties vrijwel altijd alleen in het damestoilet?

  • Waarom kiezen mensen voor een bonnetje uit de geldautomaat bij het opnemen van geld om het vervolgens in de automaat te laten hangen, of nog erger: het gewoon op straat te smijten?
  • Waarom staan mensen stante pede stil aan het eind van de roltrap om op hun gemak rond te gaan kijken terwijl iedereen moeite moet doen om niet over ze heen te vallen?
  • Waarom gaan die waaromvragen vaker over ergerlijke zaken dan om gebeurtenissen waar je dolgelukkig van wordt? 
  • Waarom stel ik de rest niet even uit tot een volgend blogje? Ja waarom niet?

*Help onthouden dat dit me doet denken aan het verhaal van de wilde ui.

Foto's: Fietsenrek: SP Amsterdam, Babyplank Citronair, Bananen: bron onbekend.

BTW: Waarom het opmaken van een pagina in Blogger zo moeilijk is omdat alles steeds verschuift en niet WISIWYG is, is ook nog een vraag...

zaterdag 17 november 2012

Flashback: Margorilla

Soms denk je om geheel onverklaarbare reden terug aan een gebeurtenis waarvan je dacht dat je hem niet meer in je geheugen had. Waardoor onderhavige flashback werd getriggerd, ik heb geen idee, maar hier komt het dan, het verhaal van Margorillaaaa!

Camping, midden Frankrijk, ergens begin jaren '80

Na al die tijd en een wild leven ben ik kwijt waar we precies zaten en in welk jaar, maar ik denk dat ik met mijn schattingen hierboven aardig in de buurt zit ;-)
Het was in elk geval een aardige camping waar we zaten, en we vermaakten ons er kostelijk. Leuke mensen, mooie plekken en genoeg te doen naast de uitstapjes die we vaak maakten. Want ondanks dat mijn ouders het niet breed hadden, gingen we elk jaar 3 weken met de caravan naar Frankrijk. Wij vonden dat altijd retestoer. Achteraf bleek (en zo is het nu nog steeds) dat een vakantie op een camping in Frankrijk goedkoper was dan 3 weken thuis met dagjes weg in het dure Nederland. Wij protesteerden überhaupt niet. Ik vond het altijd leuk om te gaan kamperen, met een tentje naast de caravan, samen met zus op een groot luchtbed.


Op een knusse avond zaten we in de caravan onder het deinende lampje boven de tafel te kaarten. Het tafeltje van formica, dat over enkele uren van haar poot zou worden ontdaan. Het transformeerde dan tot het bed van mijn ouders. Die gelukkig beide vrij klein waren.
We hadden een drankje, we hadden zoutjes, we hadden lol. We riepen om de haverklap 'Verbod!' want we speelden 31. Een lekker snel spel waar je pislink van kon worden als je even niet hebt opgelet en je de verkeerde kaart te grabbel gooit voor je vader.
Ma ging nog es naar de voortent om een koud siroopje uit de emmers water te halen die als koelkast dienst deden, en ze sneed een stukje Franse droge worst af. Heerlijk.

Margo, mijn oudere zus, zat aan het raampje. Met de rechterschouder leunde ze achteloos tegen het gordijntje, dat mijn moeder zo nauwkeurig op maat had gemaakt voor mijn vaders trots: die Eiffelland caravan. Alles was pais en vree. Tot mijn zus door een klein geluid buiten een aanvechting kreeg om het gordijntje iets aan de kant te schuiven en met haar neus tegen het raam gedrukt te kijken wat dat geluid veroorzaakte.

ARRGHHHHHHHHAAARGHHHHHHHH!!!!! WOOEEEEE!!!! IIIIIEEEEEEEE!!!!!!


Dit is een laffe poging om het geluid te reproduceren dat mijn zus al opspringend vervolgens maakte. Een gil, een gil uit doodsangst, een ijselijke, kippenvel veroorzakende gil, de moeder van alle gillen. Na een seconde totale onwetendheid rukte mijn vader het gordijn nog verder open, waardoor wij een grote gorillakop ontwaarden, pal tegen het raam, met een zaklantaarn van onderaf uitgelicht. 'Godver,' mompelde zelfs mijn vader iets te hard. Mijn moeder stond nog steeds als aan de grond genageld met de droge worst in haar handen. En ik probeerde mijn zus te kalmeren, die intussen helemaal overstuur was.

Mijn vader realiseerde zich ineens dat hij onze beschermer was, onze held in donkere dagen, onze man zonder vrees. En dus rende hij, verdacht langzaam, naar buiten. 'Ga weg!' roepend tegen het bloeddorstige monster dat intussen in het niets leek opgelost. Bij elkaar opgeteld moeten onze hartslagen zo rond de 1600 hebben gelegen.
Zo erg waren wij geschrokken dat we ineens collectief naar de wc moesten. Maar ja, wat als het monster nog rondwaarde? Wat als wij een voor een verscheurd zouden worden? Wat als mijn broer, thuis met 23 vergeten gehaktballen die mijn moeder voor onderweg had gebraden, ons nooit meer zou terugvinden?




Mijn vader ging vooruit, wij gingen er als kuikentjes achteraan. Naar het toiletgebouw. Elk met een rol onder de arm, maar verder ongewapend. We hadden immers geen avontuurlijke vakantie geboekt.
Terug gingen wij in dezelfde optocht. De rest van de campinggasten zal wel gedacht hebben...

Net iets te snel om cool te lijken, smeet mijn vader het deurtje van de caravan achter ons dicht en draaide het gelijk op slot. En daarna is mijn geheugen even blanco.

*****

De volgende dag klopte er iemand op ons kleine deurtje. Mijn vader deed behoedzaam open en zag in de voortent een Fransman staan. Hij had geen stokbrood onder de arm, noch een fles wijn, maar wel een grote bos bloemen. Voor de blonde mademoiselle. Mijn zus waagde een blik om de hoek. Mijn Frans was nog het beste, dus ik begreep dat hij excuses wilde aanbieden. Maar waarvoor....
'Attend!,' riep hij uiteindelijk en hij rende naar zijn katoenen huis. Hij kwam terug met iets donkers en harigs onder zijn arm. Een gorillahoofd. Hij had gisteravond iets te veel van de nationale drank genuttigd en was wat balorig geworden. Hij had met een vriend van de familie besloten dat ze die Hollanders wel es zouden laten lachen. Maar dat mijn zus, de schrik zelve, achter het raampje zo hard zou gillen dat wij 'en masse' bang werden, hadden zij zich niet gerealiseerd. En dus: sorry. 




De rust in het rollende huis van Buijs was wedergekeerd. Het monster was verslagen. We keken naar de bos bloemen die eigenlijk te groot was voor op het kleine formica tafeltje.
En we vroegen ons af waarom iemand een gorillamasker inpakt als hij gaat kamperen....




zaterdag 10 november 2012

Kermis in de kop #2

Ik had het hier laatst over de kermis in mijn kop. En wat voor nadelen die kermis allemaal heeft. Aan dat betoog doe ik niets af. Zou ook niet kunnen zonder de waarheid geweld aan te doen. Maar het hebben van een misschien niet helemaal standaard brein heeft ook voordelen. Ik geef toe, je vergeet ze soms snel, juist omdat de kapotte equalizer zijn tol eist. Toch wil ik benadrukken dat je er ook blij mee kunt zijn, met drukte in je brein. 

Voor de duidelijkheid en het stimuleren van beelddenken, heb ik hetzelfde plaatje van de equalizer genomen. Alleen de termen eromheen zijn anders. Ik ben benieuwd of deze serie associaties even veel herkenning oplevert als de negatieve variant...



Het maakt dus niet uit wat geleerden ervan zeggen, dit is hoe ík het ervaar. En daar heb ik mee te dealen. Als je dan de twee kanten van een kermisbrein naast elkaar kunt leggen (als je dus in een zekere balans bent), zie je beter dat je ook eigenlijk best gezegend bent. Stond er de vorige keer nog: "Mag het wat zachter??? Als ik de voordelen zie, denk ik juist "Mag ik zo blijven???". Ik zeg Yeehah! 

Serieus benieuwd naar jullie reacties.

zondag 4 november 2012

Het opladen van een batterij

Stekker in het stopcontact, stekkertje in het apparaat en laden maar. Was ik een telefoon, mp3-speler of laptop, dan zou het zo eenvoudig zijn. Alleen ben ik een mens. En ben ik Ineke, een behoorlijk complicerende factor.

Op een apparaat heb je vaak kleurtjes, icoontjes of percentages die aangeven hoe vol de batterij nog is. Heel handig, want je weet dat je niet al teveel kunt gaan doen, omdat je anders geen bereik of energie meer hebt. Sommige mensen hebben in hun innerlijk systeem zo'n zelfde indicator of waarschuwingslampje: Je moet stoppen! Je moet opladen!

Battery indicator 

Eerder op dit blog vertelde ik over de Kermis in mijn hoofd. Bij mij gaat die kapotte equalizer samen met een niet altijd even goed werkende 'battery indicator'. Ik ga gewoon door, tot ineens, desnoods midden op de dag of midden in een actie, het systeem in de slaapstand gaat. Weinig bereik meer, en weinig opslagcapaciteit. Best mee te leven, maar ook best onhandig.


Foto: Ineke Buijs

Ik heb er onder andere met mijn professionele gesprekspartner al een paar keer over gesproken: hoe zorg je nu dat je bijtijds weet dat je eigenlijk aan de oplader moet? Even stilstaan, een paar momenten op de dag, en voelen hoe je energiepeil is, was toen de conclusie. Maar het punt is nu juist dat ik niet doorheb dat ik moet stilstaan, omdat het allemaal prima gaat. Echt. En dan ineens FLOP, uit.

Multilemma

Bovendien hebben we dan nog de vraag hoé laadt je je batterij op. Dat is voor iedereen anders en dat zorgt weleens voor onbegrip. Mijn batterij raakt absoluut (ook) opgeladen van rustig en prikkelarm in bed of op de bank liggen. Maar ook leuke dingen doen en geïnspireerd raken kunnen mijn energiepeil behoorlijk verhogen. En dus heb ik er regelmatig een multilemma bij (dilemma dekt de lading niet ;-). 
  • Ga ik voor de volkomen rust?
    Saai, zonde van de dag, niks uit mijn handen gekomen
  • Ga ik voor het 'lijdzaam' amusement?
    Filmpje, schouwburg, etentje met 2 personen max.
  • Ga ik voor het actieve participeren in een afgebakende omgeving?
    Boswandeling, boekje lezen, potje zwemmen, sauna, sporten
  • Ga ik voor het iets ruigere werk?
    Popconcert met rustige zitplaats maar ook enorme decibellen- en lichtshow 
  • Ga ik voor de ultieme impuls-, prikkel- en koopuitdaging
    Tuincentrum, woonwinkel, beurs, retedruk evenement met te veel mensen

Ga er maar aan staan. Want ik kan ook niet eens zeggen of een bepaalde keuze ook daadwerkelijk gaat uitvallen in de bedachte categorie. Wanneer is iets opladen en wanneer is iets leegtrekken? Soms krijg ik bergen energie van het rondlopen in een mierenhoop op een beurs. Raak ik volledig in de flow omdat ik weer zoveel leuke dingen zie om te doen of te maken. Een andere keer zuigt het me volledig leeg. Krijg ik bijna zin om mensen te slaan. Een boek lezen? Heel rustgevend, maar soms blijft het me in mijn hoofd zo bezighouden dat het energie gaat slurpen. De buitenwereld kan dus soms denken dat ik rare of verkeerde keuzes maak. Natuurlijk is dat niet uit te sluiten, en soms doe ik dat ook, bewust, maar vaak is het ook gewoon onmogelijk om in te schatten hoeveel energie iets waarom en wanneer kost.

Flikkeren

Weet je, het maakt allemaal niet uit, en ik wil er eigenlijk niet altijd over na(hoeven)denken. Omdat er meestal toch geen peil op te trekken is. Omdat mijn systeem soms nu eenmaal überhaupt een maandagochtendproduct lijkt te zijn. Waar ik me vaak ook wel weer erg mee vermaak. En soms werken mensen in mijn echte leven, of op Twitter onverwacht als mijn battery indicator (dank daarvoor). Maar dat icoontje, dat percentage, dat knipperende lampje, dát zou ik wel graag willen hebben. Zodat ik wat ik ook doe, kan zien hoe lang ik er nog mee kan doorgaan. Iemand een idee?

Zie je me binnenkort met een flikkerend lampje op mijn voorhoofd, dan weet je dus dat het gelukt is!

Trouwens: lege batterijen? Lever ze in!
 

dinsdag 30 oktober 2012

Hield de dief!


Ineens wist ik het. Ik ging niet weer een dag rondhangen in mijn eigen huis, ik ging naar Haarlem. Om precies te zijn naar het Teylers Museum. Daar is namelijk de expositie Rafaël aan de gang. Rafaël maakte prachtige schilderingen. In Teylers Museum hingen voornamelijk de voorstudie in pen en rood krijt. Het was te druk en ik miste eigenlijk de echte schilderingen, maar ik geeft toe, de Sixtijnse Kapel of pauselijke verblijven tijdelijk neerzetten in een museum in Haarlem is wat veelgevraagd. Ik vond uiteindelijk het museum zelf (zie foto), de collectie schilderijen uit de Romantiek en de mineralencollectie leuker dan waar ik eigenlijk voor ging.
Copyright Ineke Buijs 2012

STOPPEN!!!

Waar ik helemaal niet voor ging was het voorprogramma. 
Wegens zere voeten huurde ik een OV-fiets op Haarlem station. Geen idee welke kant ik op moest, maar ik gokte goed. Tot ik ergens een bordje verkeerd interpreteerde en terechtkwam op de Donkere Begijnhof...
Nomen est omen, zo bleek even later.

Ik keerde mijn fiets om, omdat al snel bleek dat het Donkere Begijnhof niet de goede richting was. Ik zat net weer in het zadel of ik hoorde een vrouw ijselijk hard STOPPEEEEEN!!!!! schreeuwen. Ik dacht nog even dat ik misschien een Haarlemse wet had overtreden door dat hofje op te rijden, maar net toen ik verbouwereerd achterom keek zag ik een jongen, helemaal in het zwart, keihard over de weg rennen. In zijn kielzog een jonge dame van lichte zeden, in slip, hemdje en sjaaltje. 

In een fractie van een seconde kregen vier mensen hetzelfde idee: stoppen die vent. Wie kon rennen, rende, ik trapte de pedalen van mijn OV-fiets in en daar gingen we. In een straat om de hoek wist ik de dief subtiel klem te rijden, waarop een best kleine jonge vent de dief liet struikelen. Waarschijnlijk hadden wij mazzel want hij stootte keihard zijn hoofd tegen een geparkeerd bestelbusje. Daardoor was hij precies lang genoeg totaal niet alert om hem de arm op de rug te draaien. Intussen kwamen er nog 2 mensen bij en werd de politie gebeld die snel ter plaatse was. Intussen was de gillende vrouw ook aangekomen.

De dief bleef maar volhouden dat hij alleen maar had gevraagd wat de dame kostte. Maar de prijs had hij niet afgewacht, hij was de deur uit gerend met de iPhone van de dame in kwestie. Waar naar haar eigen zeggen haar hele leven in zat. Vandaar dat ze half ontkleed en gillend over de weg rende. Dat maakt niet dat ze niet scherp was. Ze liet een van ons haar telefoonnummer bellen en ja hoor, die ging af in de broekzak van de dief. "Zie je nou wel, klootzak!" gilde de vrouw terecht. Ook de politie vond het nu toch wel een geloofwaardig verhaal worden, het verhaal dat de kerel die nog steeds door ons klemgezet stond die telefoon had gejat. Intussen bleef de dief maar gillen dat hij geen telefoon had gejat en dat bovendien iemand hem had geslagen. Waarop ik kon getuigen dat hij niet was geslagen, maar dat hij was geduwd, waardoor hij struikelde en tegen het busje viel. En dat dat laten struikelen niet voor niets was, omdat hij een hoek eerder ook al iets van zich af op straat had gegooid. Ik weet nog steeds niet wat het was, maar gek was het wel. En ik moest nog aardig trappen om hem klem te kunnen rijden. Waarom ren je zo idioot hard al zigzaggend midden over straat? Alleen omdat je een prijs hebt gevraagd? Ok, toen ik van de week om de prijs van een paar leuke oorbellen vroeg had ik ook besloten om ervan weg te lopen, maar hoe duur moet de overigens keurige dame van lichte zeden wel niet geweest zijn wil je zo hard de benen nemen?


Een van de toegesnelde agenten snapte in eerste instantie trouwens niet het ging om een prostituee. "Wat deed u toen u werd beroofd?" "Ik was aan het werk," zei ze trillend. "U was aan het werk. Waar precies?" "Hierachter, ik weet niet precies want ik kom hier niet vandaan. En kunnen we niet naar binnen, ik krijg het hartstikke koud." "Eh ja. U loopt op uw blote voeten en heeft wel weinig kleding aan". "Welnee hoor, ik loop er altijd zo bij," beet ze de agent toe. "Oh ik dacht misschien hoort u bij de lingeriezaak..."
Enzovoort. Alsof je er dan zo bijloopt. Maar het muntje is uiteindelijk gevallen, hoor. Ik hoorde het zelf.

Hoe dan ook, er volgde gegoochel met sleutels, spullen, telefoons, dekens om de dame, kwijtgeraakte schoenen en gescheld. Dame (ongeschoeid) en dader (geboeid) werden weggevoerd en wie niks op de kerfstok had werd als getuige gehoord. Kort maar krachtig. BSN-nummer en telefoonnummer genoteerd en 'off we went'. 


Het leek wel een soort flashmob. We kwamen samen, en verdwenen na de show weer uit elkaar. Alsof er niets was gebeurd. Maar -laat ik voor mezelf spreken - ik was trots. Op ons. Dat wij op een doorsnee dag gewoon ineens een arrestatieteam werden. En dat de dame haar telefoon terug heeft. Dat de dader een klein vermanend vingertje krijgt, daar kunnen we niks aan doen, maar wij, ik ben trots.

Vandaag was het trouwens mijn vaders verjaardag. Bij leven was hij boevenvanger bij V&D. Toeval bestaat niet. Pa stuurde mij die Donkere Begijnhof op. Wedden?


En zo werd het toch nog een dolle dinsdag.

Foto arrestatie afkomstig van ad.nl en alleen ter illustratie.

zondag 28 oktober 2012

Kermis in de kop

Ik hou van felle kleuren, van gekke vormen, van onsubtiele smaakexplosies, van zware geuren, van muziek met alle registers open. Ik hou kortom van prikkels. Het vervelende is alleen dat ik ook erge last heb van prikkels. Ik word er moe van. Geïrriteerd. Dan wil ik me terugtrekken.

Impulsen, ook zoiets. Ik heb ze nodig. Anders schiet ik in de standby-modus en doe ik niks. Maar impulsmanagement, daar ben ik vrij slecht in. Ik volg graag mijn impulsen, omdat ik daar een prettig gevoel van krijg. Noem het een rush. Maar veel impulsen zijn niet zo handig om te volgen. Omdat je er arm van wordt (koopimpulsen), omdat je er dik van wordt (eetimpulsen), omdat je er ruzie van krijgt (meninggeefimpulsen), omdat je er eelt van op je vingers krijgt (knutselimpulsen). 


Niet zo lang geleden kreeg ik een inzicht. Ik kreeg een beeld door van mezelf als (defecte) equalizer. Alles komt bij mij even hard binnen. Een impuls, een prikkel, een idee, een aanvechting, een rotopmerking, etc. En ik kan dat kanaal niet zachter zetten. En er komen steeds meer kanalen bij. Die ook niet meer zachter willen. Het mengpaneel weigert dienst. 

Ik ben een illustratie aan het maken van die equalizer en de woorden die me daarbij te binnen schieten. Hij is nog niet af, maar dat ben ík ook niet. Zie het als een momentopname, een kijkje in mijn bovenkamer. In de kermis in mijn kop.

Herkenbaar?


Binnenkort hetzelfde plaatje, maar dan met de voordelen. Want die zijn er ook!

De eerste beestjes

Alleen maar granny's haken gaat ook vervelen en dus ging ik op zoek naar leuke patronen voor beestjes. Lieve beestes, want daar hou ik van. Ik stuitte gelijk op de uiltjes van Matawi's Crea. Wat zijn ze leuk om te maken! En ze werden steeds netter.




De Sprei

Enkele maanden begon het. Ik kreeg het warm, mijn vingers begonnen te jeuken, ik kreeg flashbacks en een onverklaarbare en onbedwingbare aandrang om een haaknaald en wat wol te kopen. En zo geschiedde. Ik maakte een granny. En dat was dus wat ik niét had moeten doen. Want sindsdien ben ik hooked. Aan haken.

Het bleef niet bij de sprei, die nog steeds under construction is, er kwamen beestjes bij, en bloemetjes en binnenkort ook nog hapjes. De mogelijkheden zijn eindeloos.

Als eerbetoon aan mijn eerste haakwerkje de sprei in wording.


Ok, ik blog mee!

Debuut!


Al tijden loop ik rond met het idee om een blog te beginnen. Sterker nog, jaren geleden ben ik er samen met een vriendin een begonnen. Maar aangezien we er beiden toch een andere bedoeling mee hadden, stierf het een zachte dood. Ik weet de naam niet eens meer...

Ik ben een social-mediagebruiker in hart en nieren. Ik ben verslaafd en zie mezelf voorlopig niet genezen. Zo erg als in het echt kan ratelen, zo kan ik dat ook op met name Twitter. Het kan dus zomaar dat je op Facebook, Twitter, blogs van anderen en hier dus dubbelingen ziet. Ik bied bij voorbaat... nee wacht, ik bedoel: jammer dan ;-)

Ik zal hier regelmatig dingen posten die ik maak. Dat hoeft niet alleen haakwerk te zijn. Dus mocht je denken hier een 100% haakblog te vinden, bereid je dan voor op ruis. Ruis van Buijs.