Ik slenter nogal vaak over straat. Omdat ik het leuk vind om te kijken wat er allemaal te koop is, wat de nieuwste rage is, wat voor stomme dingen er allemaal zijn en wat voor leuke. Ik zou zomaar een paar dagen per week personal shopper voor iemand willen zijn. Want ik zie altijd overal voorwerpen of kleding waarvan ik denk ideaaaal voor .....
Maar ik dwaal af. Toen ik zonet naar de wolwinkel was geweest, liep ik terug naar mijn fiets. Die zet ik altijd daar in de buurt in een soort onderdoorgang die volgens mij naar de parkeergarage op de Springweg leidt. Die onderdoorgang is een raar donker hol, maar de enige plek om je fiets op zaterdag kwijt te kunnen. En ik kan wel wat hebben met mijn wilde nachtlevenverleden.
Tegen mijn fiets stond een figuur geleund. Ik zag weinig, want ik kwam uit het licht de duisternis in, maar zelfs dichtbij bleef het 'een figuur'. Het bleek een jongen, helemaal diep in een jas weggedoken, met een enorme capuchonkraag met - ik hoop voor hem en mij nep - bontkraag. Ik zag alleen een gloeiend puntje. Op de geur afgaande het puntje van een joint.
Ik vind de geur van een verse joint, afhankelijk van wat erin zit, soms best lekker. En ook nu was dat het geval. 'Mmm, lekker joh!," zei ik eigenlijk zonder erg tegen het gloeiende puntje. Dat vervolgens in plaats van tegen, naast mijn fiets ging staan. Ik hing intussen mijn tas aan mijn stuur.
"Oh, heb je d'r last van?" klonk het wat verdedigend uit de capuchon waarin zich kennelijk een gezicht bevond, aan het gloeiende puntje vast.
"Nee, ik vind het lekker ruiken."
"Maar het is een joint mevrouw."
"Ja, weet ik ook wel, duh!"
De capuchon ging een stuk naar achteren. Een jong maar getekend, donker gezicht kwam langzaam tevoorschijn.
"Ja dus ik ben een loser, weet je."
"Oh, is dat zo? Omdat je blowt?"
"Ja. Ik moet dat niet doen, weet je."
"Maar je kan niet stoppen?"
"Is moeilijk, weet je. Ik wil graag, maar het lukt niet. Blow jij?"
"Nee, vroeger wel, maar op een gegeven moment vond ik er niks meer aan. Ging helemaal vanzelf."
(Ik heb werkelijk heel weinig geblowd, want ik vond het lekkerder ruiken dan smaken en ik vind stoned zijn geen kont aan, maar dat leek me niks aan om te zeggen ;-)
"Echt? Zomaar? Dat je ineens denkt ik heb het niet meer nodig, ik vind het niet meer lekker?"
"Echt. Niet zeggen 1 januari stop ik, of na Pasen, of kan mij het schelen, gewoon laten gebeuren. Gebruik je nog andere zooi?"
"Nee man, blowen is al ziek zat. Duur man."
"Joh, als je het nou daarbij houdt, en op een gegeven moment ben je ook klaar met dan blowen, dan heb je toch nog een heel lang en schoon leven voor je?"
De capuchon was intussen helemaal op de rug geschoven. Een blinkende tand straalde me tegemoet.
"Wow, vet gesprek man, eh... chickie." En een lachsalvo waar ik helemaal vrolijk van werd.
"Nou het is even geleden dat ik nog chickie werd genoemd. Dat geeft mij ook weer hoop."
Nog harder gelach. En een klapje op mijn schouder.
"Wil je een trekkie? Mag hoor, alleen flexe wijven, hè."
"Duh!"
Intussen was de figuur getransformeerd in een leuke gast met een lach om van te houden. Totaal gesmolten. En ik ook. We keken even gewoon naar elkaar. Geheel op ons gemak. Tot ik toch maar mijn fiets richting gracht begon te draaien.
"Hé, vet 13 hè," porde hij me toe.
"Jij ook man, jij ook. Een retevet 13!"
Wat hou ik van dit soort ontmoetinkjes.
Wat ben je toch een heerlijk mens!
BeantwoordenVerwijderenNou dank!
VerwijderenJa, echt een heerlijk mens!
BeantwoordenVerwijderenTruus